zondag 22 december 2019

Het Oman gevoel in Marokko


De rit verder naar het zuidoosten van Marokko is prachtig! Het plateau van Rekkam is een vlakke steenwoestijn doorsneden met bergen. De uitzichten zijn fenomenaal vooral in de ochtend en avond als de zon laag staat.
Het landschap lijkt leeg en dat is het natuurlijk ook. Toch is er genoeg te zien. De lokale Berber bevolking hoedt schapen: hun lage bruine huizen (of moet ik schrijven hutten?) vallen nauwelijks op in het vlakke landschap. Later zien we ook tenten gemaakt van allerlei kleurige rest-materialen. Zoals eerder genoemd is het hier koud; de kleding van de herders ziet er maar povertjes uit.
In de vroege ochtend is het koud op de motorfiets
Ook de mensen op de motorfietsen en in de laadbak van die motorfietsen hebben het vast ook heel koud.
‘s Middags stoppen we in een klein plaatsje, Bouarfa. Niet veel bijzonders, maar het is leuk om de lokale bevolking te bekijken. We eten een broodje op een terrasje in de zon, lekker!
We slapen weer op een prachtige plek aan de voet hun van een paar heuvels of bergen. Tegen zonsondergang lopen we naar boven en zien de campers heel klein onder ons. Mooi! We hebben het gevoel dat we “op wadi” zijn in Oman, maar dan met een camper met alle luxe. Heerlijk. Het blijft koud,  dus de volgende morgen vertrekken we vroeg, de automotor maakt de camper lekker warm.
De campers zijn heel klein in de verte
Het landschap blijft imponerend! Er staat een vrolijk gekleurd schooltje langs de weg. Op zaterdag is er geen school vertelt iemand die hard aan het werk is om het hek te herstellen. 
Schooltje midden in de woestijn
Een aantal kamelen steekt zomaar de weg over.
We volgen een afslag naar een “barrage”, een dam. Hier wordt het water tegen gehouden, er is een klein meer. Het is ons niet helemaal duidelijk wat men ermee doet. 
De weg eindigt letterlijk in Figuig, het meest zuidwestelijke puntje van Marokko. Hier is de grens met Algerije, maar die is al vele jaren dicht. Er is een grensgeschil tussen beide landen, in de zestiger jaren is er zelfs om gevochten.

Figuig bestaat uit zeven kernen, Ksars genoemd, ieder met hun eigen bron. Het water daarvan wordt gebruikt om de een paar honderdduizend dadelpalmen te bevloeien. Daaronder wordt groente en gras geteeld. Hans neemt ons mee op een wandeling langs de bevloeiingskanalen en door een van de dorpjes, waar de huizen boven de straat zijn gebouwd. Lekker koel in de zomer.
Gerestaureerd stukvan de verdedigingsmuur
Vroeger waren alle huizen en wachttorens van modder en stro gebouwd. De stammen van palmbomen waren de plafonds. Dit materiaal is niet erg bestendig; langzamerhand worden deze “modder”huizen vervangen door beton. Het is een bijzondere ervaring om door de nauwe smalle straatjes te lopen. Iedereen fietst hier dus we moeten wel oppassen. Het doet ons erg denken aan Oman. 
In Figuig staan we op een camping, even een beetje luxe, al staan we dicht op elkaar. De camping is klein, sommige van onze campers zijn heel groot. De koelkast kan op elektriciteit, handig als je zuinig wilt zijn met gas. De douche is heerlijk warm. Het weer is een stuk beter: we kunnen buiten zitten, genieten! En we hebben goed internet, ook dat is weer fijn! 
We blijven twee nachtjes: zondag gaan we zelf op stap met onze fietsjes. Het is ontzettend leuk om door alle straatjes en dwars door de dadel plantages te fietsen.
We vinden de oude minaret uit de 12e eeuw. Ook zijn er openbare bad gelegenheden gerestaureerd, net als een deel van de verdedigingswerken. Mooi om te zien.
Minaret uit de 12-de eeuw
Morgen weer verder, eerst weer terug, naar Bouarfa; immers de weg eindigt hier. Dan door naar de duinen in het zuiden van Marokko. We staan dan vier nachten in de vrije natuur. Of daar internet is, moeten we afwachten! De uitzichten en het landschap beloven spectaculair te zijn!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten